Dag 46
Jullie fronsten vermoedelijk wel de wenkbrauwen bij t lezen hoeveel parken we hier in Canada op korte tijd doorvlammen. Wel, eigenlijk zijn we in dit stukje Canada enkel op doorreis… t is niet echt de bedoeling dat we de nationale parken daadwerkelijk bezoeken. We moeten in principe een paar dagen kilometers maken…
Icefields Parkway is de route tussen Banff en Jasper die omschreven staat als de mooiste route van Canada. Wel, dat vonden we 4j geleden ook, dus misschien stopten we stiekem toch iets te vaak… t moest maar zo schoon niet zijn!
Stop 1: Athabasca gletsjer. Vorige keer betaalden we om op de gletsjer te mogen gaan wandelen. Je werd dan eerst door een soort rupsvoertuig afgezet en vervolgens mocht je een half uurtje op t ijs. Het voelde toen een beetje als een tourist trap met 100den op een klein stukje platgewalst ijs dat afgespannen staat met koorden…. Helemaal niet zo avontuur als ons heli hike avontuur op de Nieuw Zeelandse gletsjer, waar we afgezet werden door een helikopter en echt gingen ijsklimmen. Of Ava’s eerste gletsjer in Noorwegen waar we gewoon tot op t ijs konden klauteren….
Nu wandelden we met de kids het eerste stukje vanop de parking. Daar stonden allemaal informatieve bordjes tot waar de gletsjer kwam in jaar X of Y. Ava mopperde toen we verder moesten… ze wilde nog sneeuw. Komt goed uit, genoeg gletsjers op t programma in Alaska!


Christoph probeerde bij de volgende stop de glazen brug over de vallei waar we al eens op wandelden te fotograferen maar werd weggestuurd omdat je eigenlijk alleen met een tour mag parkeren aan de Colombia Icefield Skywalk. Lijkt wel een dingetje de laatste dagen. Ze willen de meute toeristen echt enkel op de 14 highlights laten stoppen en de rest van de viewpoints en hikes staan amper aangegeven OF ze plaatsen er een bord van “lawine gevaar, niet stoppen”.
Next, Sunwapta falls. Ditmaal deden we een korte hike naar 3 kleine watervallen. Confronterend, voor de 2e dag op rij een gedenkplaat op t einde van de trail. De meisjes lieten me wel 10x alles vertalen en wilden weten waarom de jongen in t water gevallen was. De wildste verhalen werden verzonnen…. Volgens Lia ging hij zijn gevallen zonnebril opduiken. Toch schattig hoe een kinderbrein werkt.

Ook de Athabasca falls deden we opnieuw even. Stiekem vind ik de waterval op zich niet super impressionant, maar de route erachter met de trapjes deden we indertijd met Ava. Ze poseerde toen op elke trap en kirde luid het hele pad naar beneden tot groot jolijt van alle omstaanders. Gezien ze die foto’s en filmpjes onlangs nog zag, vroegen we af of de omgeving een belletje zou doen rinkelen… Maar nee hoor, ze herkende de plaats helemaal niet en gedroeg zich ditmaal 😅. Het strand onderaan vol steentorentjes scoorde opnieuw bij onze kroost en leverde prachtige foto’s op.


Nadien was t voortmaken richting Jasper. Daar werden we opgewacht door een zwarte beer. En nee, niet de stadsmascotte aan onze parkeerplaats, een echte die net buiten t stadscentrum ter hoogte van de zijberm ronddoolde… ik liet effe mn Vlaamse scheldwoorden los op de toeristen die mn zicht blokkeerden en bovendien t beest opjoegen in de foute richting.
Jasper vonden we vorige keer heel leuk, en wat had ik graag even rondgelopen (misschien zelfs terug eventjes in de buitensport winkel een aankoop gedaan want dat bordeaux jasje draag ik echt super vaak). Alleen, met elk nog 1 onderbroekske, wachtte er een belangrijke taak op me in 3sheets: T drukkerijtje dat bijkluste als waserette. Ik herkende t meteen.


Doordat je enkel kon parkeren met een app of betalen via een website & doordat er nergens free wifi was om dat te fixen, bleef Christoph een dik uur zn kas opfretten in de mobilhome met “Like Me” muziek en meezingende Ava op de achtergrond. Lia en ik liepen telkens over en weer… 5 machines, 4 droogkasten… slik.
We zijn trouwens officieel in t stadium beland dat we er als echte reizigers beginnen uitzien. Lia heeft ondertussen 4 broeken met een gat in, de marshmallow plakboel hangt in fleece (en bij Christoph schroeide zelfs een stuk trui weg), de gele en rode modder maakten permanente herinneringsvlekken & de spaghetti en ketchup/mayo smosplekken geraken niet uitgewassen met die koude waskes van 25 minuutjes… soit, t ziet er niet altijd proper uit, maar t ruikt alvast terug naar wasproduct ipv kampvuur.
Next op onze planning… kilometers vreten richting Alaska. En ja dat is een zot plan! Dat zag er ook dichter uit op de kaart. En, google was optimistisch met zijn berekeningen, want met de mobilhome zal t toch eerder aan 80km/u zijn… maar de Yukon is prachtig (allee toch op National Geographic als Christoph voor de zoveelste keer goldmining dingen kijkt) en nu we hier nog eens zijn is t wel echt de moment… dus zot zijn doet geen zeer en hup met de geit!
We stopten voor een nachtje in het William A Switzer Provincial Park. Prachtig aangelegde campings in t groen, verharde baantjes er naartoe. Alleen, nergens betaalenveloppes en overal een bordje “reserved” ondanks lege plekken… Dankzij andere toeristen kwamen we te weten dat je alles online moest boeken. Lap, gelukkig konden ze ons op weg helpen naar 1 camping waar je ook zonder reservaties terecht kon. De receptie was open tot 21u en gaf ons snel een plekje…. Christoph stak t kampvuur aan voor een portie homemade burgers en hotdogs terwijl de kleerkasten terug gevuld werden met propere kleren en de Mc Guyver skills bovengehaald werden om opnieuw alles wat niet in de droogkast mocht te kunnen ophangen.
Overnachting: Gregg Lake Campground (34$)