Dag 47
Ok, Alaska here we come!
Eerst stop van de dag was het visitor centre in Grande Cache voor wat gratis wifi én kaarten/brochures voor onze tocht. We troffen heel lieve mensen met een pak tips. Ava en Lia tekenden het gastenregister vol, Noah charmeerde met z’n ginger haarlokken en puppy eyes. Nog even de speeltuin op en dan weer hup onze voiture in…
De goede raad die we meekregen was om een stockup te doen in Wall Mart in Grande Prairie omdat winkels schaars zijn. Dus… snel een half uurke binnen in de supermarkt voor wat essentials en dan doorperen naar de officiële start van de Alaska Highway. Achteraf zouden we nog 3x een grote Wall Mart tegenkomen dus ik vermoed dat ze een percentje kregen ofzo voor iedereen die ze langs stuurden 🤣. Maar t feit is wel, de rest van de echte Alaska route kom je dus zo goed als niks tegen. Op dag 1 ging onze haarborstel op wandel… 3dagen later zitten we hier nog met ongekamd haar te wachten op een supermarkt 🤪
In Pouce Coupe gingen we nog even op zoek naar de geschilderde brandweerkranen en gekke kunst en ready set go! Bijna aan de start…
Op naar het begin van de Alaska Highway met mijlpaal nul… De Alcan zoals de route ook wel genoemd wordt, loopt van Dawson Creek, British Columbia (Canada) tot in Fairbanks, Alaska (USA) en zou een van de schoonste ritten ter wereld zijn…
Wist je trouwens dat deze Amerikaans-Canadese samenwerking er kwam door het bombardement van Pearl Harbour in 1941? Ineens voelden de Amerikanen de nood om hun 49ste staat via land te verbinden aan de overige 48. De route kwam er puur om militaire redenen en was een heel geregel tussen Amerika die t werk deed en Canada die een deel land en materiaal ter beschikking stelde. Amerikanen telden in mijl, Canadezen in kilometers… ik zie ze daar al rond de vergadertafel samen zitten brainstormen over dat zotte plan.
Op amper 8 maand tijd werkten 11.000 soldaten, 16.000 burgers en 7 regimenten van ingenieurs om 1500 miles aan bergen, muskeg en muggen te overwinnen. De route is sinsdien een paar keer herlegd om de bochten van 90gr en hellingsgraden van 25% te elimineren. Dus de volle 1500mile oftewel 2394 km is t niet meer maar bon… wel impressionant wetende dat er bergketens omvergeblazen werden en men 8mijl per dag aanlegde ondanks de super koude temperaturen en het gebrek aan materiaal/kleren/ervaring waarmee de voornamelijk zwarte soldaten geconfronteerd werden.



In Dawson Creek staat de originele Mile 0 aanwijssteen. Dus daar deden we een obligate fotostop en we liepen wat in t stadje rond. Christoph sprong nog even de liquor store binnen voor wat Stella en de meisjes profiteerden ervan om Burger King frietjes af te luizen. Maar soit, dan was dat warm eten geregeld en konden we nog wat kilometers inhalen zodat we de volgende dag tot aan een zalige tussenstop zouden geraken! Echt eentje die iedereen aanraadde onderweg (en uiteraard ook in Christoph’s reisboek stond)… de Liard River Hot Springs!
De eerste toeristen stop op de Alaska Highway is de Kiskatinaw brug op mile 21. En ge bent met nen Bouwkundig Ingenieur op pad of niet… Bruggen staan altijd hoog op zn lijstje… Dus ook nu weer. Vol verwachtingen richting de onverharde weg…. De Kiskatinaw brug is de enige houten brug van de originele Alaska highway die nog in gebruik is. Je kan er in principe zelfs over rijden…. Alleen… nu dus helaas niet…. Er stonden betonblokken die de weg versperden langs weerszijden…

De andere stops waren slecht aangeduid. Beetje naief dachten wij ook die mijlpaal palen nog tegen te komen, maar die staan vermoedelijk ondertussen in iemand zijne hof te blinken. Sommige zaken waren ook niet meer zichtbaar en veel tijd om echt op zoek te gaan zonder meer info, hadden we niet…
We werden wel nog getrakteerd op enkele hertjes in de berm en een eland. En dat valt echt op versus de rest van onze afgelegdd kilometers. De “autostrade” is hier een 2baans weg met meestal asfalt. 1 rijvak in elke richting. Volgens de bouwkundig ingenieur netjes 6meter breed en langs weerskanten een zone van minstens even breed met grote gemaaide grasbermen… gemaaid eh! Dat moet een giga karwei zijn, maar gezien hoeveel mensen beren, herten of bisons aanrijden vermoedelijk geen overbodige luxe.
We reden tot heel laat ‘s avonds door – wel handig als t zo niet donker wordt – en gingen overnachten in het provinciaal park.
Overnachting: Buckinghorse Wayside Provincial Park (20$ – gratuity enveloppe).
Dag 48
7.30 vertrokken voor een lange dag rijden. Helaas stonden de stops onderweg opnieuw heel slecht aangeduid en kon je amper op tijd een mini afslagje in als er dan toch es een bordje stond… dus veel werd er eigenlijk niet gestopt.
We wilden ook echt graag 600km verderop geraken om hopelijk nog voor sluitingstijd aan de Liard River Hot Springs te arriveren. Of beter nog, met een beetje geluk zelfs nog een laatste kampeerplekje te bemachtigen.
Beetje vervelend gevoel wel dat je dan zonder wifi en 4G op pad bent en de info van de interpretive centra (aka het toeristisch kantoor) heel beknopt blijft en meer gefocust is op waar je kan tanken of slapen dan over wat je waar kan bezoeken of wandelen. Aan folderkes anderzijds geen gebrek hoor maar hoe hou je t overzicht in die lading oud papier die ze dan in uw pollen stoppen op t moment dat uw kleuters al lang de pist in zijn 🙈 Meestal vinden we nadien iets terug en is t van “aaaah lap dat hebben we gerateerd of shit, gemist of wat?!
Weinig historische dingen gespot of wandelingen gevonden maar…. anderzijds wel een succesvolle dieren spot dag! Wel 6 zwarte beren, een stekelvarken, een kudde berggeiten aan Muncho Lake en een pak bisons in de buurt van Liard. Helaas geen karibou en bighorn schapen te bespeuren…. Maar zei ik al 6 beren! Bijna zoveel als in Yellowstone!


Rond 16u kwamen we op de campground aan en guess what, er was nog plaats dus we kochten snel kampvuurhout (15$), betaalden onze kampeerplek en trokken richting t natuurlijke zwemparadijs! Zaaaaaalig!




Nadien nog een vuurtje, eten en t was al gauw weer veel te laat. Alleen, doordat de zon hier 19u/dag schijnt hadden wij totaal niet door dat t al zo laat was… de kids profiteerden lekker!
Overnachting: Liard Hot Spring Campground (26$ incl toegang tot hotsprings wat anders voor ons gezin ook al 16$ was) – ook een speeltuintje. Helaas geen douches aan de hotsprings of op de camping dus de lichte sulfur rotte eiergeur moesten we er wel bijnemen.
Dag 49
Na een tijdje begint t onderweg zijn zo wat in je kleren te zitten en dan is t tijd voor… wekker afduwen en snoozen.
Vandaag stond er weer een stuk van de Alaska Highway op t programma…. Onderweg dook de route al een paar keer de grens met Yukon over. Er werd veel gereden maar traag… heel traag… over gravelpaden tijdens wegenwerken. En als er staat “extreme dust” mag je t letterlijk nemen. T was alsof je door een zandstorm reed. Het schoot bij momenten echt niet op…
We gingen lunchen bij Lucky Lake met een reuze glijbaan in t water, maar zetten onze joker in… te veel muggen. Bovendien waren de kids in hongerstaking dus bon… de speeltuin werd ook geskipt…
Het enige echte avontuur was Watson Lake met zn signpost forest. Ooit gestart door een soldaat met heimwee die een bordje ophing met t aantal km tot zn hometown. Ondertussen is t bos in Watson Lake de thuishaven van meer dan 100.000 bordjes volgens de brochure. De vraag is… tellen ze dat echt? 😂.
Sommigen bereiden met veel zorg een gedenkplaat voor of pikken ergens een verkeersbord in hun hometown. Anderen worden ter plekke creatief en vijzen hun nummerplaat los of gaan een stuk brandhout te lijf…
Maar er zijn ook speciallekes… veel bergbotinnen, t shirts of goudpannen met een boodschap en zelfs een frisbee, onderbroek, roeispaan, autoband, cowboyhoed en vuilblik werden ingezet.
Wij gingen op zoek en kwamen een Belgische nummerplaat tegen van een gezin uit Moorsele… doeme, hadden we zelf maar iets mee. Slechte voorbereiding 🙈




Met t zicht op overstroomd Teslin kookten we op een viewpoint. Erna gingen we op zoek maar t autokerkhof op Canol Road. Allemaal voertuigen van tijdens WOII die in t bos achtergelaten werden… maar eigenlijk hoef je daarvoor niet naar de gekende urbex locaties. Menig voortuin of bospadje heeft wel een roestend achtergelaten wrak. Of een olievat met wat blikjes bier ergens op een bospad… containerparken doen ze hier niet meteen aan. Misschien logisch gezien de afstanden?
De route was deels weggespoeld dus we konden enkel bij t eerste toeristische stukje auto’s. We besloten er te blijven overnachten… wat een heel slecht plan was.
Terwijl Christoph buiten een vosje zag, zag ik binnen 100den muggen. Zonder overdrijven. We hebben 1,5u beesten doodgeklopt, ik ben gestopt met tellen aan 53. Langs waar ze binnen geraakten no clue, maar t was NIET TE DOEN. We gingen slapen als mummies en heel de nacht klopte ik beesten neer die Noah wilden aanvallen. Grrrr… onze muren en lakens zien eruit alsof er een slagveld plaatsvond. Jakkie… opgezwollen voeten, Lia met boebbels over haar hele gezicht (net nu die neus genezen is van t vallen en de windpokken littekens een beetje minder zichtbaar worden), jeukende voetjes die van onder t deken waren komen piepen… we hebben t onderspit gedolven!
Onze dierenscore voor vandaag: heel veel bizons buiten de camping, een vos, 1 zwarte beer in de berm en helaas ook 1 dode aangereden zwarte beer…


Overnachting: wildkamperen op Canol Road autokerkhof viewpoint
Dag 50
Snel die muggen ontvluchten! Pffff wat een rotnacht. Honderden echt overal. T vosje kwam opnieuw even dag zeggen, maar we waren snel weg hoor, vossenhol of niet… die muggen waren er te veel aan!
Een korte stop in Johnson’s crossing om te tanken. Ik viel stiekem ook voor de beschrijving van “world’s best cinnamon bun” in t reisgidsje. Zo werd t toch nog een beetje een Zweedse midsommar! 🙈 Alleen, volgens mij kan de bakker van dieje kaneelkoek eens een stage in Zweden gebruiken want ‘s werelds beste… euhm… toch niet helemaal 🤣
Nadien verlieten we vrij snel de Alaska Highway voor de zijroute richting Carcross. Helaas kwamen we zo ook van de ene wegenwerken in de andere terecht… en als je meer dan een kwartier moet wachten op een pilot car om je in kolonne door de onverharde strook van 12km te gidsen… wel… dan weet je dat je t achtereind van de beschaving bijna gevonden hebt!
Carcross was een heel tof dorpje. We gingen eerst langs in t native centrum waar een local ons vertelde over alle stammen die een dierennaam dragen als symbool dat dan ook in kunst gebruikt wordt of bijvoorbeeld op de totempalen.




Daarna gingen we verder tot in t centrum van t iniminie schattig boerengat dorpje. De dames van t visitor centre waren super lief. Onze kids vlogen op de kleurplaten maar gingen daarbovenop buiten met een gekregen “waar is waldo”- boek, een kleurboek van prinsessen en nog een voorleesboek! Ik profiteerde van de wifi om Ava’s klasfilmpjes te downloaden. Ava heeft de laatste dagen echt heimwee… haar top 3 dingen die ze mist: Juf Winnie, Nore en dan een gedeelde 3e plaats tussen haar knuffels thuis en heerlijk Belgisch cheetah brood van de bakker bij oma (maar voor een sneetje wit van de Vleeshove zou ze ook een moord begaan). En amai die filmpjes… ik had zelf al tranen in mn ogen! Nadien wandelden we nog wat rond en strandden we bij “de Bistro” een fijn restotje aan de oude spoorweg (en vast t enige in town). Heerlijke bizonburgers en frietjes met kippenschnitzel voor de meisjes. En dankzij een taalkundige kronkel eindigde Christoph met 2 grote pinten in plaats van 1 en zo zakten we lekker door. 😎
Nadien nog een korte wandeling naar de supermarkt (voor een nieuwe haarborstel weet je wel) alleen… dat was ondertussen een souveniertjeswinkel. Lang verhaal kort, met een ijsje en gat in onze portemonnee stonden we paar uur later terug aan de mobilhome. Klaar voor de bezienswaardigheid van Carcross, namelijk…. De kleinste woestijn op aarde!


We speelden in t zand tot het onweer te luid begon te klinken, en haastten ons vervolgens weer in ons stalen ros. Het laatste stukje richting de grens kon beginnen!
We reden nog langs een oude spoorwegtoren, zagen een stekelvarken, trokken foto’s aan een gigantisch lavaveld, bewonderden de besneeuwde bergtoppen en …. Daar was t dan eindelijk… Welkom in Alaska!




De grensovergang was opnieuw 2x niks. We gaven eerlijk toe nog eten te hebben, maar de man wilde gewoon verhinderen dat we Belgisch eten binnenbrachten… nope, geen biefstukske, tikkeneike of koteletteke van thuis bij 😜
We reden snel naar t eerste staatspark met camping ongeveer een kwartiertje buiten Skagway. Terwijl we ons lusje op de camping deden (en op alle nummerpaaltjes loerden of er reeds een kaartje aan hing dat aanduidde dat dat plaatsje al bezet was), spotten we ineens een beer, zomaar op een plekje. Van t verschieten vlogen de ruitenwissers op en miste ik me bij t schakelen. Soit, hij was al weer weg toen ik dan eindelijk de parkeerstand gevonden had en wij gereed waren om er een prachtige close up foto van te maken. Ik kan u zeggen dat die avond alleen Christoph nog even uit de mobilhome gedurfd is 🫣
Overnachting: Dyea Campground (10$ via gratuity enveloppe – gratis hout inclusief) en echt iedereen die we nadien spraken over die campground had er al wel eens een beer gezien 🙈
Er zijn ook 2 RV parks in Skagway zelf, maar daar sta je op elkaar gestapeld en vast en zeker ook een pak duurder. Voordeel is wel dat de ene een wasmachine heeft. Wij gebruikten t dumpstation (10$) van de campground aan de spoorweg.